Dag C.M.,
Voor de zwaarte-energie (in joule) geldt E_z=m×g×h met m is de massa in kilogram; g is de valversnelling (in Nederland 9,8 m/s²) en h is de hoogte (in meter) ten opzichte van het niveau waar men de zwaarte-energie op nul stelt. Dat niveau zou de grond kunnen zijn.
Groeten, Jaap Koole

Ezw = m x g x h

m = 0,035 kg

g = 9,81

h = 20 m

 

Ezw = 0,035 x 9,81 x 20 = 6,9 Nm

Stefan moet het uiteindelijke antwoord niet in Joule worden gegeven aangezien de energie wordt berekent en niet de arbeid?

 

mvg

Arbeid is het gebruiken van energie - het omzetten ervan van de ene vorm in de andere. De meeuw verricht arbeid om het brood van beneden naar boven te tillen. Door die arbeid heeft het brood ineens potentiele energie (zwaarte-energie) t.o.v. de grond. En die energie komt weer vrij als kinetische energie als het brood valt. En op de grond aangekomen wordt die energie weer omgezet in warmte van de grond en brood en ook vervorming van het brood. En misschien wel deels in toch weer kinetische energie als het brood in stukken uiteen spat.

Arbeid en energie zijn wat dit betreft dus inwisselbaar. Beiden kun je in Joule of in Nm schrijven. Of in  kg m²/s² - allemaal eenheden die dezelfde dimensie "energie" weergeven.

Moet je niet afronden op 2 decimalen? > 6,86 J

Afronden doe je bij vermenigvuldigen en delen op aantallen significante cijfers.
"35 gram" heeft maar 2 cijfers. Het eindantwoord ook.

Misschien verwar je dit met optellen/aftrekken waarbij het kleinste aantal decimalen bewaard blijft.

dag Anoniem

nee, maar belangrijker en leerzamer is de vraag: waarom denk je dat?

Groet, Jan