Dag Randy,
Advies: maak grote tekeningen, met geo. Een goede tekening is het halve werk. Teken een zij-aanzicht van de helling met de kist erop. Teken de zwaartekracht Fz als een pijl vanuit het midden van de kist verticaal omlaag. Ontbind deze kracht in twee componenten: F1 evenwijdig aan de helling en F2 loodrecht op de helling (schuin omlaag). F1 en F2 zijn twee zijden van een rechthoek. De zwaartekracht Fz is een diagonaal van de rechthoek. Bekijk nu (in de rechthoek) de driehoek die wordt gevormd door Fz (schuine zijde) en F2 (de aanliggende rechthoekszijde, gezien vanuit de kist) en de zijde tegenover F1 (de overstaande zijde). Welke hoek in deze driehoek is even groot als de hellingshoek 20°?
Teken ook de spierkracht Fsp op de kist als een pijl. Zo, dit was het voorbereidende werk.
1 Constante snelheid betekent dat de krachten die evenwijdig aan de helling werken, elkaar ..... Welke twee krachten in je tekening werken evenwijdig aan de helling? Conclusie: de gevraagde spierkracht is even groot als ..(X).. Deze kracht ..(X).. kun je berekenen met sin, cos of tan in de bovengenoemde driehoek. De grootte van schuine zijde Fz kun je namelijk te weten komen via de gegeven massa m van de kist.
2 De kist beweegt langs de helling omhoog. De wrijvingskracht Fw wijst dus... De vereiste spierkracht is nu groter dan bij opgave 1, omdat Fsp behalve F1 ook Fw moet opheffen.
3 Misschien ken je de tweede wet van Newton, die in formulevorm luidt Fres=m×a. De resulterende kracht Fres wordt gevormd door drie krachten, namelijk.... De gevraagde spierkracht zit dus verstopt in Fres. Het rechterlid m×a kun je berekenen, zodat ook Fsp vastligt.
Succes met de uitwerking, Jaap Koole