kist omhoogduwen

Randy stelde deze vraag op 07 juni 2006 om 16:44.

De vraag: Welke formules moeten er hier worden gebruikt?

Algemeen: Iemand duwt een kist (met een massa van 15 kg) met een constante snelheid omhoog op een helling welke een hellingshoek heeft van 20 graden,

1: Bereken de kracht waarmee je de kist moet duwen wanneer er geen wrijving is
2: Bereken de kracht waarmee je de kist moet duwen wanneer er een wrijvingskracht is van 20 N
3: Hoe hard moet je duwen wanneer de kist een versnelling van 2,0 m/s2 heeft? Zowel met als zonder wrijving

Als iemand me er mee zou kunnen helpen, alvast bedankt!

Reacties

Jaap op 07 juni 2006 om 23:39

Dag Randy,

Advies: maak grote tekeningen, met geo. Een goede tekening is het halve werk. Teken een zij-aanzicht van de helling met de kist erop. Teken de zwaartekracht Fz als een pijl vanuit het midden van de kist verticaal omlaag. Ontbind deze kracht in twee componenten: F1 evenwijdig aan de helling en F2 loodrecht op de helling (schuin omlaag). F1 en F2 zijn twee zijden van een rechthoek. De zwaartekracht Fz is een diagonaal van de rechthoek. Bekijk nu (in de rechthoek) de driehoek die wordt gevormd door Fz (schuine zijde) en F2 (de aanliggende rechthoekszijde, gezien vanuit de kist) en de zijde tegenover F1 (de overstaande zijde). Welke hoek in deze driehoek is even groot als de hellingshoek 20°?
Teken ook de spierkracht Fsp op de kist als een pijl. Zo, dit was het voorbereidende werk.

1 Constante snelheid betekent dat de krachten die evenwijdig aan de helling werken, elkaar ..... Welke twee krachten in je tekening werken evenwijdig aan de helling? Conclusie: de gevraagde spierkracht is even groot als ..(X).. Deze kracht ..(X).. kun je berekenen met sin, cos of tan in de bovengenoemde driehoek. De grootte van schuine zijde Fz kun je namelijk te weten komen via de gegeven massa m van de kist.

2 De kist beweegt langs de helling omhoog. De wrijvingskracht Fw wijst dus... De vereiste spierkracht is nu groter dan bij opgave 1, omdat Fsp behalve F1 ook Fw moet opheffen.

3 Misschien ken je de tweede wet van Newton, die in formulevorm luidt Fres=m×a. De resulterende kracht Fres wordt gevormd door drie krachten, namelijk.... De gevraagde spierkracht zit dus verstopt in Fres. Het rechterlid m×a kun je berekenen, zodat ook Fsp vastligt.

Succes met de uitwerking, Jaap Koole

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft zevenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)