Dag Hans,
Kun je misschien omschrijven wat je bedoelt met "efficiëntere wijze"? Of je stelling juist is, zou wel eens kunnen afhangen van wat je daaronder verstaat.
Met effficiëntie wordt soms het natuurkundige begrip rendement bedoeld: het deel van de toegevoerde energie dat we terugkrijgen in de vorm van nuttig gebruikte energie. Voorbeeld: een lamp die 100 J opneemt uit het stopcontact en 5 J aan licht levert, heeft een rendement van 5%.
Maar wat is in dit verband precies de nuttige energie? Een fiets die met constante snelheid over een horizontale weg rijdt, houdt dezelfde hoeveelheid energie. Voor je geïnvesteerde energie (trappen) krijg je geen (extra) nuttige energie terug. Zo gezien is het rendement bij een fiets nul. Dat geldt ook voor de auto. Wie wint dan: fiets of auto?
Het rendement of de efficiëntie bij de fiets of de auto kun je ook anders opvatten, maar die keuze is aan jou...
Groeten, Jaap Koole

Jaap,

Dank voor je eerste reactie. Met efficientie doel ik op de hoeveelheid energie die per kilo gewicht nodig is om een bepaalde snelheid te aan te houden. Dus in mijn voorbeeld: wat gebruikt een fietser om zijn lichaamsgwichte incl fiets etc op een snelheid van 30 km/uur te houden en wat gebruikt een auto van pakweg 1500 kilo om diezelfde snelheid aan te houden. Ik ben die fietser van 100 kg zlef en weet dat ik  ongeveer 800kcal per uur verbruik. Maar hoeveel gebruikt een auto?

Dag Hans,
Het antwoord op je vraag zal afhangen van de stroomlijn van het voertuig. Met een zeer goed gestroomlijnde ligfiets is een snelheid van meer dan 100 km/h gehaald, louter met spierkracht. Zo'n fiets is vermoedelijk "efficiënter" dan zo'n overmaatse Amerikaanse slee die "1 op 4" rijdt. Omgekeerd zijn de gestroomlijnde zonneauto's waarmee Nederlandse studenten de race dwars door Australië hebben gewonnen, "efficiënter" dan een omafiets waarop een fietser met een wijdwapperende jas voortploetert.
Het antwoord hangt ook af van de rijsnelheid. Hoe sneller (op een vaste afstand), hoe groter het energieverbruik.
Je zou de wrijvingskracht kunnen meten bij beide voertuigen, bij gelijke rijsnelheid. Zonder trappen respectievelijk zonder werkende motor; met een stugge veerunster zo hard trekken dat de snelheid op de gewenste waarde blijft. Hoe groter de wrijvingskracht, hoe groter het energieverbruik en hoe kleiner de "efficiëntie".
Succes met het onderzoek, Jaap Koole