Beste Sabine,
Het verschil in dichtheid tussen de olie en het water is -100 kg/m^3. Het gewicht van het druppeltje is dus -5 mg. De kracht die het druppeltje ondervindt is dus -5*10^-6*9,81= -49*10^-6 N. De kracht is negatief en staat dus naar boven.
Als alles in de centrifuge wordt gezet, dan komt er een schijnkracht. De versnelling van de rotatie is w²*r, met w de hoeksnelheid, die gegeven wordt door w = 2πf met f de frequentie. Hierdoor heb je dus nu een versnelling van (200π)² * 0,1 = 39*10^3 m/s². Dit geeft een extra kracht op het druppeltje van F = m*a = -5*10^-6*39*10^3 = 0,195 N.
Is je probleem hiermee opgelost?
Groetjes,
Melvin