Beste Tom,
Een transistor heeft drie poten, de basis, emitter en collector.
Er zijn twee soorten transistoren, NPN en PNP, maar ik beperk me tot de eerste.
Er moet een spanningsverschil staan over de emitter en collector, waarbij de potentiaal bij (in het geval van een NPN-transistor) de collector hoger moet zijn dan die bij de emitter. Nu gebeurt er nog niets, totdat de basis een spanning krijgt die hoog genoeg is (V_emitter + 0,6 V), op dat moment gaat er een klein beetje stroom van basis naar emitter lopen, en een heleboel van collector naar emitter (verhouding 1:100 ongeveer).
De basis wordt vaak als input gebruikt, dus als het signaal daar hoog is, zal het signaal bij de emitter ook hoog worden.
Nu kan je ook een schakeling bedenken waarbij het uitgangssignaal laag wordt zodra de transistor gaat geleiden. Dit is een voorbeeld van een inverter.
Een transistor is dus iets anders dan een inverter; je kan er een invertor mee maken, maar ook als signaalversterker gebruiken, of voor heel andere dingen.
Hopelijk heb ik het een beetje duidelijk gemaakt. Als iets nog niet helemaal helder is, of als je bijvoorbeeld wilt weten hoe een transistor kan werken zoals hij werkt, moet je het maar zeggen.
Vriendelijke groet,
Melvin