Beste Maaike,
Eerst even: oscillatoren. osciller=trillen, schommelen
Er zijn twee mogelijkheden:
1. Je kunt het hebben over faseverschillen tussen verschillende tijdstippen van 1 oscillator. Je kiest een t=0 situatie en elke keer als ie daar terug is ben je 1 fasecyclus verder. In het algemeen natuurlijk: delta t = delta phi x T.
2. Als twee oscillatoren precies dezelfde frequentie hebben is het faseverschil op elk moment gelijk. Bijvoorbeeld: als de ene in rust staat en de andere een maximale uitwijking heeft heb je een fase verschil van pi/4 en dat blijft zo. Maak maar een plaatje van twee identieke sinussen, maar verschoven tov elkaar. Dat heeft niets met de uitwijking te maken: de trillingstijd van een harmonische oscillator is ONAFHANKELIJK VAN DE UITWIJKING.
Hoe delta t te vinden? In het voorbeeld hierboven is delta phi =1/4, dus delta t is een kwart van te periode=1/frequentie.
Als je twee oscillatoren hebt met verschillende frequentie is het faseverschil op elk moment verschillend. Teken weer de uitwijkingen tegen de tijd (twee sinussen met verschillende periode) maar en je ziet dat ze soms in fase zijn, dan uit fase raken, in tegen fase komen en tenslotte weer in fase zijn, dan weer uit fase raken etc etc..
Groetjes uit LA,
:-)