temperatuursgradiënt

Wendy stelde deze vraag op 01 maart 2006 om 19:19.

Hoi,

Ik hoop dat jullie me kunnen verderhelpen met het oplossen van volgend vraagstuk want ik kan het in elk geval niet!

Het gaat als volgt:
Onderstel een staaf koper met een lengte 25cm en doorsnede 1cm². Zij de temperatuur aan de uiteinden resp. T2=100°C en T1=0°C. Als

 de utieindelijke toestand van evenwicht bereikt is: hoe groot is dan de temperatuursgardiënt langs de staaf? Hoe groot is de warmtestroom en wat is de temperatuur van een punt inde staaf  op 5cm van het warmste uiteinde?

 Ziezo, dat was het dan ...

Hopelijk zal er iemand zo vrienelijk zijn me verder te helpen?

Dank bij voorbaat!

Reacties

Melvin op 02 maart 2006 om 15:20

Beste Wendy,

Ik neem aan dat de T1 en T2 grote warmtebaden zijn (die veranderen dus niet van temperatuur), anders is de uiteindelijke situatie tamelijk saai: alles is dezelfde temperatuur.

Nu maak ik nog een tactische keuze; er zijn namelijk twee manieren: de makkelijke, niet zo goed methode en de moeilijke, natuurkundig correctere methode. Ik ga van de eerste uit, omdat het rekenwerk anders wat ingewikkelder wordt en ik weet niet of dat het niveau is wat je moet bereiken.

De uiteindelijke temperatuursgradiënt is volgens mij niet heel erg moeilijk; er is een temperatuursverval van 100 °C per 25 cm, dit is dus een verval van 400 °C/m.

stel de warmtegeleiding van koper is k (in (J/s*T*m). De warmtestroom is dan: P = k*A*T/d , met P het vermogen, A het oppervlak loodrecht op de temperatuursgradiënt, T de temperatuur en d de dikte.

T/d is 400°C/m hadden we hierboven al bepaald, A is 0,0001 m². Nu hoef je dus alleen maar k op te zoeken en dan kan je P berekenen.

Als de staaf een vaste temperatuursgradiënt heeft van 400°C/m, hoeveel zou het temperatuursverschil over 5 cm dan zijn?

Dit was dus de makkelijkere methode, als deze niet goed genoeg is, laat het even weten, dan leg ik de moeilijkere uit. Deze gaat ervan uit dat op elk stukje van de staaf T2/T1 gelijk moet zijn en niet T2-T1.

Groetjes,

Melvin

 

Wendy op 02 maart 2006 om 18:39

Ho Melvin,

Ik heb je makkelijke methode gevolgd maar voor het laatste bekwam ik dan 20 ipv 80 ?
Immers voor 1m  -> 400 °C
(regel van 3) voor 0,05 m -> 20°C maar het zou 80 moeten uitkomen? Of heb ik ergens een foutje gemaakt?

Wat betreft de bekomen 400 °C/m staat er in mijn cursus dat het -400 zou zijn, hoe komt men precies aan dat minteken?

Groetjes en bedankt voor uw uitleg...

 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft twintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)