screenen en rontgen

danielle stelde deze vraag op 01 maart 2006 om 17:05.

Waarom ging men MRI-scan gebruiken ipv rontgen?

Is rontgen te duur of gevaarlijk? En wist men dat 50 jaar geleden al?

bvd

grzzz

Reacties

Melvin op 02 maart 2006 om 14:13

Beste Danielle,

Röntgenstraling kan, wanneer je er veel van krijgt, de kans op kanker verhogen. MRI (magnetic resonance imaging) werkt zonder straling, maar met flucterende magneetvelden. Deze methode geeft vaak een betere ruimtelijke resolutie (je kan er dus kleinere dingen mee zien), maar voor sommige dingen is röntgenstraling handiger.

50 jaar geleden had men nog geen MRI, dus de voordelen t.o.v. röntgen wisten ze niet. Dat röntgen misschien gevaarlijk kon zijn waarschijinlijk wel, maar dat weet ik niet zeker.

Groetjes,

Melvin

Willem op 04 maart 2006 om 05:44

Hallo Daniëlle,

 De verschillen in beeldvorming bij röntgen en MRI zijn heel groot. MRI is een goede manier van beeldvorming voor zachte weefsels, die veel waterstof atomen bevatten. Röntgen is de eerste beeldvorming bij de harde weefsels als bot, die weinig watersotf bevatten. Met MRI heb je echter 1 groot nadeel en dat is de duur van het onderzoek in relatie tot het af te beelden gebied. Een MRI scan duurt in verhouding tot bv een CT scan (werkt met  röntgen) veel langer en het gebied wat je af kunt beelden is een stuk kleiner. Voor een ziekenhuis is het dus niet mogelijk om alles te onderzoeken met behulp van MRI. Er zouden dan enorm veel MRI's moeten komen wat heel veel ruimte inneemt en wat enorm duur is. Daarom wordt eigenlijk in eerst instantie gekozen voor röntgen. Komt men er met behulp van röntgen niet uit dan pas wordt met MRI gekeken. MRI is dus eigenlijk veel duurder dan röntgen maar met röntgen kun je niet alles in het lichaam zichtbaar maken. MRI is dan ook geen vervanging van röntgen maar een aanvulling op, net als bv de echografie waarbij gebruik gemaakt wordt van ultrsone geluid.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft twintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)