De hefboomwet luidt F1 * d1 = F2 * d2 ; twee krachten houden elkaar in evenwicht als het product voor kracht en arm even groot is.
Als je een kleine arm hebt, moet je een grote kracht leveren. Heb je een grote arm, dan kun je met een kleine kracht volstaan. Het meest gebruikte voorbeeld is wel van twee personen die op de wip zitten, de zwaarste kan dichter bij het draaipunt gaan zitten. Als je een dik stuk karton moet knippen dan moeten de bladen van de schaar een grote kracht uitoefenen. Als je het karton nu dicht bij het draaipunt houdt, dan krijg je dat voor elkaar. De kracht oefen je met de hand uit op de ogen van de schaar, dit is meestal een vaste afstand.
In huis- tuin en keuken termen kun je zeggen dat wat je wint aan kracht, moet je betalen in afstand (=arm) en andersom.