Opgave
Het vriest licht; de maan schijnt door de bomen. Ik sta op 100 m van de kruising van twee wegen. Op de kruisende weg rijdt een open auto. Een inzittende blaast op een fluitje als de auto 200 m van de kruising verwijderd is. Zijn fluitje produceert een toon van 1000 Hz, terwijl ik dat geluid waarneem met 900 Hz.
- Zie figuur
a) Bereken de snelheid van de auto
De door mij waargenomen geluidssterkte van het fluitje in bovenbeschreven positie is 50 dB.
b) Bereken de door mij waargenomen geluidssterkte als de inzittende even hard fluit bij het oversteken van de kruising.
Uitwerking vraag (a)
Het vriest licht: de temperatuur is ongeveer 273 K en dus is vgeluid = 332 m/s (BINAS 16A).
Uit de volgende formule afgeleid, is vb = - 37 m/s.
...en dus is vb = - 37 m/s.
De bron verwijdert zich dus van mij vandaan. Met tan α = 100 / 200 volgt α = 26,6 graden.
En dan in de snelhedendriehoek is cos α = 37 / vauto volgt vauto = 41 m/s.
Uitwerking vraag (b)
In de getekende positie is de afstand tot mij 224 m. Te berekenen met Pythagoras of cos α.
...en dus
De berekening ‘terug’ uitvoeren met dezelfde P en r = 100 m i.p.v. 224 m levert L = 57 dB.