Opgave
Op het plaatje hieronder kan je zien dat er in de ionenbron ionen ontstaan: 12C+- en 14C+-ionen; geen Ne zoals in de tekening.
De ionen komen met verwaarloosbare snelheid in het versnellingsgedeelte van het apparaat en doorlopen een spanning van 200V.
Dan komen de ionen in het magnetische veld van het afbuigdeel.
a) Bereken hun snelheidsverhouding bij het binnenkomen van het afbuigdeel.
Nu ontstaan in de bron 235U+-ionen en 238U+-ionen. Deze ionen komen weer met verwaarloosbare snelheid in het versnellingsgedeelte van het apparaat.
Nu heerst er een veld van 1,0×104 N/C. Na een afstand van 2,0 cm afgelegd te hebben komen de ionen in het magnetische veld van het afbuigdeel.
b) Bereken hun snelheidsverhouding bij het binnenkomen van het afbuigdeel.
Uitwerking vraag (a)
• qU = ½mv2>>
• Dus de verhoudingen van de snelheden hangen (nu) alleen maar af van de verhouding van de massa's.
• Dit is ook zo bij vraag (b).
Uitwerking vraag (b)
Het veld en de afstand doen er dus eigenlijk niet toe. Laat je hierdoor niet van de wijs brengen.