Het was Einstein die op grond van dit soort redeneringen kwam tot zijn speciale relativiteitstheorie. Zijn uitgangspunt was dat in alle, niet versneld bewegende, systemen (zogenaamde inertiaalsystemen) de natuurwetten hetzelfde zijn. Met dus als een van de gevolgen dat dan de lichtsnelheid voor elke waarnemer in zo'n inertiaalsysteem even groot is.
Het feit dat de lichtsnelheid dezelfde waarde heeft voor iedere waarnemer, blijkt grote gevolgen te hebben voor basisbegrippen als tijd,lengte en gelijktijdigheid! Dat is ook wel voorstelbaar, immers, een snelheid is een lengte gedeeld door een tijd. En om een lengte te bepalen moet je begin en eindpunt gelijktijdig vastleggen.
We beschrijven drie gevolgen:
- Gebeurtenissen die in mijn laboratorium gelijktijdig op verschillende plekken plaatsvinden, zijn in het algemeen niet gelijktijdig voor een waarnemer die mijn lab met (grote) snelheid passeert! En omgekeerd, gebeurtenissen die in het lab van de waarnemer gelijktijdig plaatsvinden, worden door mij als niet gelijktijdig waargenomen.
- Wanneer in beide laboratoria indentieke klokken staan, neem ik waar dat de klok in het laboratorium van de waarnemer langzamer loopt dan mijn eigen klok! Omgekeerd neemt de waarnemer waar dat mijn klok langzamer loopt dan de zijne.
- Wanneer de waarnemer in zijn laboratorium een afstand heeft uitgezet, dan meet ik voor die afstand een kleinere waarde dan de waarnemer zelf meet. Omgekeerd meet de waarnemer voor afstanden in mijn laboratorium kleinere waarden!
Bekijk de hele serie over relativiteit
In een serie van 9 lessen wordt een overzicht gegeven van de relativiteittheorie, op bovenbouwniveau. Kies naar eigen inzicht een van de onderstaande lessen of doorloop gewoon de hele serie.
1. Introductie
2. Het verband tussen electriciteit, magnetisme en de lichtsnelheid
3. De relativiteitstheorie van Einstein
4. Gelijktijdigheid
5. Tijdrek
6. Lengtekrimp
7. Nogmaals de gelijktijdigheid
8. Het optellen van snelheden
9. Massa en energie