Een opgave van de redactie van Stichting Exaktueel. Op basis van artikelen in de media worden opgaven gemaakt die te gebruiken zijn bij het natuurkunde onderwijs in het voortgezet onderwijs.
Opgave
Vragen en opdrachten
Rossy heeft het inderdaad op 26 september klaargespeeld! Hij deed het in minder dan tien minuten.
a) Reken afstand, snelheid en duur van de geplande vlucht na. Klopt het?
b) Laat zien dat de maximumsnelheid van de âFuisionmanâ groter is dan 200 km/uur.
Uitwerking vraag (a)
Omrekenen: 200 km/uur = 200/60 km/min.
Tijd = 35 km/(200/60 km/min) = 10,5 min.
Conclusie: waarschijnlijk heeft hij sneller gevlogen dan 200 km/uur.
Uitwerking vraag (b)
Je wilt de snelheid in km/uur, dus maak van minuut uur: 10 min = 1/6 uur.
Dan is snelheid = afstand/tijd= 35 km /(1/6) uur = 210 km/uur.
Dit is de gemiddelde snelheid, dus de geschatte maximumsnelheid is 230 km/uur.
Richtlijnen voor gebruik in de klas: Elementair rekenen en omgaan met eenvoudige formules bij de start in de vierde klas. Ieder kiest bij a zijn eigen weg. Laat al die voorbeelden door leerlingen naast elkaar overzichtelijk op het bord schrijven en besteed er een klassikale afsluiting aan. Laat de leerlingen ook bij b aan elkaar uitleggen hoe ze hiermee gerekend hebben, veel verschillende manieren zijn goed! Stimuleer de leerlingen om zomaar wat te rekenen en laat zien dat er zinvolle antwoorden uitkomen.