Opgave
In de krant staan twee opnamen van een transparant kiezelwier.
a) Waarom moeten de objecten transparant zijn?
b) Welke opname vind je het beste, geef hiervoor argumenten. Raadpleeg eventueel je biologiedocent(e).
Zernike bedacht het principe van het fasecontrast oorspronkelijk om fabricagefouten in spiegels te ontdekken. Het principe berust op de uitdoving van het licht.
c) Bij welk faseverschil doven twee golven elkaar volledig uit?
d) Welk weglengteverschil, uitgedrukt in golflengte, hoort daarbij?
De lichtsnelheid in glas is kleiner dan die in lucht.
e) Bepaal met behulp van BINAS beide snelheden en leg uit dat het glasplaatje dat in de krant beschreven wordt alleen een uitdovende werking kan hebben als het glas een brekingsindex van 2,0 heeft.
Als je de fasecontrastmicroscoop wilt begrijpen, kun je beter niet naar de tekening in de krant kijken.
Kijk eens op Internet:
www.phys.uu.nl of www.microscopyu.com
f) Leg uit dat het voor de werking van de fasecontrastmicroscoop wezenlijk is dat er twee bundels zijn: één rechtdoor gaande, en één die vanuit verstrooiing aan het object ontstaat.
Uitwerking vraag (a)
Alleen de doorgelaten lichtstralen bereiken het oog.
Uitwerking vraag (b)
Bij gewone microscoop zie je allerlei beeldfouten, dat lijken opnamedetails, maar horen niet bij het object.
Uitwerking vraag (c)
1/2, 3/2, 5/2, enz.
Uitwerking vraag (d)
1/2 λ, enz.
Uitwerking vraag (e)
vlucht= 3,0•108 ms-1. vglas= 3,0•108 / nglas
Indien het glasplaatje met 1/2 λ diepte in het midden een faseverschil van 1/2 tussen lichtgolven maakt, moet de lichtsnelheid in het glas de helft zijn van die in lucht. Alleen dan legt de straal door het dikkere glas in die extra 1/2 λ dikte een hele golflengte af, terwijl de andere straal dit in lucht overbrugt met een halve golflengte.
Uitwerking vraag (f)
De rechtdoor gaande bundel overstraalt zonder fasecontrast de bundel die verstrooid wordt aan het object. Deze laatste bundel heeft nu juist de meeste informatie over het object.