De verschuivingswet van Wien (Sterrenkunde)

Onderwerp: Astrofysica

Wet van Wien: bij welke golflengte zendt lichtbron het meeste licht uit.

Deze opgave komt uit de lesmethode Pulsar (3e editie) Natuurkunde 6 vwo leerboek, uit het hoofdstuk Astrofysica. Uitgeverij: Noordhoff Uitgevers bv.

De verschuivingswet van Wien geeft het verband tussen de golflengte waarbij het meeste licht wordt uitgezonden en de temperatuur:

$\lambda_{max} \cdot T = k_{w}$

Vraag a. Bereken bij welke golflengte een ster met temperatuur van 4,5 . 104 K het meeste licht uitzendt. Geef je antwoord in nm.

$\lambda_\text{max} = \frac{k_w}{T} = \frac{2,\!8978 \cdot 10^{-3}}{45000} = 6,\!44 \cdot 10^{-8} \text{ m} = 64,\!4 \text{ nm}$

Vraag b. Leg uit of dit in het zichtbare deel van het elektromagnetisch spectrum is. Als dat niet het geval is, in welk golflengtegebied van het elektromagnetish spectrum ligt deze golflengte dan wel?

Zichtbaar licht loopt van 380 nm tot 760 nm. Er is hier geen sprake van zichtbaar licht.

Binas tabel 19B: 64,4 nm is (ver) ultravioletstraling. Sommigen zouden zelfs zeggen röntgenstraling.

Vraag c. Beantwoord dezelfde vragen voor een ster met een temperatuur van 2500 K.

$\lambda_\text{max} = \frac{2,\!8978 \cdot 10^{-3}}{2500} = 1,\!159 \cdot 10^{-6} \text{ m} = 1159 \text{ nm}$

Dit is infrarode straling.