In het spectrum van O-sterren worden lijnen van zowel neutraal helium, He0, als geïoniseerd helium, He+, gezien. De enige heliumlijnen in de spectra van B-sterren zijn die van neutraal helium, He0.
Vraag a. Leg uit dat de O-sterren heter zijn dan de B-sterren.
Om helium te ioniseren is een hoge temperatuur nodig. Spectraallijnen van geïoniseerd helium in een sterspectrum (zoals bij O-sterren) laten zien dat de ster heter is dan een ster met enkel neutraal helium (zoals bij B-sterren).
In de spectra van O3-sterren zijn de He+-lijnen sterker (de streepjes zijn zwarter) dan de He0-lijnen. In de spectra van O9-sterren zijn juist de He0-lijnen sterker dan de He+-lijnen.
Vraag b. Leg uit dat de O3-sterren heter zijn dan de O9-sterren.
Hoe sterker de He+-lijnen en hoe zwakker de He0-lijnen, hoe heter de ster. Bij hogere temperaturen is er namelijk meer helium geïoniseerd.