Op de maan komt de aarde niet op is de titel van een artikel van Karel Knip in de nrc.next van 10 mei 2015.
Wij weten, dat we nooit de achterkant van de maan zien (in 1953 heeft de Loenik 3 de eerste foto’s van de achterkant van de maan gemaakt). Het lijkt er op alsof je met een selfiestick ronddraait om je hoofd en daarbij nooit de achterkant van je mobieltje ziet. Dat model gaan we nu gebruiken om de bewering van de titel te begrijpen.
a) Hoe groot is de exacte asomwentelingsperiode van de aarde?
b) In hoeveel tijd draait de maan om de aarde?
c) Vergelijk de situatie nu met de selfiestick. Leg uit: Op de foto, die je klikt, staat voortdurend jouw gezicht. En leg uit: Als je je gezicht draait, blijft het voortdurend, wel is waar gedraaid, op de foto staan.
d) Leg uit, dat daardoor de aarde op de maan altijd op dezelfde plaats aan het maanfirmament staat (denk er aan, dat het gaat om hoe je de aarde ziet op de maan en niet hoe je de zon ziet).
Uitwerking vraag (a)
24,00 h.
Uitwerking vraag (b)
1 Maand, om preciezer te zijn: 29,5 dag (het kan nog preciezer).
Uitwerking vraag (c)
Realiseer je dat vergelijking met precieze asomwentelingsperiodes lastig is door de extra baanomwenteling van het object (maan om aarde in 1 maand en aarde om zon in 1 jaar).
Uitwerking vraag (d)
Eerst de zon. Wij zien de zon elke dag opkomen, omdat de aarde in 24,00 h om zijn eigen as draait. Omdat de maan ook om zijn eigen as draait, zie je op de maan de zon ook opkomen en duurt het ongeveer een maand vóór de volgende zonsopkomst. Een “dag” duurt dus op de maan een maand.
Nu de aarde, gezien vanaf de maan. De aarde staat op de maan stil, ten gevolge van de maandelijkse baan om de aarde in precies dezelfde tijd als haar aswentelingsperiode. Op de achterkant van de maan zie je zelfs nooit de aarde.