Examenbijles Kingda Ka (VWO pilotexamen 2010)

Onderwerp: Arbeid en energie, Kracht en beweging

Bijles bij examenopgave VWO pilotexamen, 2010 tijdvak 1, opgave 2: Kingda Ka

Dit is een uitgebreide uitwerking van de examensom uit het pilotexamen, voorzien van achtergrondinformatie en een stukje verdieping in de stof. Ben je alleen geïnteresseerd in de antwoorden klik dan hier voor de basisuitwerking van de overeenkomstige opgave uit het reguliere examen. Je kunt ook in de kantlijn op de juiste opgave klikken.

Een ritje met de Kingda Ka, gezien vanaf de voorste rij.

Lees het artikel hieronder.

Artikle over Kingda Ka

Naar: De Gelderlander, 21 mei 2005.

Bij de start wordt de trein van de Kingda Ka op een horizontale baan versneld. In figuur 2 staat het (v,t)-diagram van de beweging op die horizontale baan.
Bij dit soort attracties wordt de versnelling op de passagiers vaak uitgedrukt in de valversnelling g.

figuur 1

Opgaven

a) Bepaal met behulp van figuur 1 de maximale versnelling die de passagiers ondervinden, uitgedrukt in de valversnelling g.

Op de horizontale baan van de achtbaan zorgt een elektromotor voor de aandrijving van de trein met passagiers. De massa van de trein met passagiers bedraagt 3,1·103 kg.

b) Bepaal het gemiddelde vermogen dat de elektromotor gedurende de eerste 3,5 s minimaal moet leveren.

Aan het einde van de horizontale baan werkt er geen aandrijvende kracht meer. Het (zwaartepunt van het) treintje gaat daarna 139 m omhoog. Natuurlijk moet de trein wel de top halen. Een bepaald percentage van de bewegingsenergie wordt tijdens de rit naar boven omgezet in warmte ten gevolge van de wrijving.

c) Bereken hoe groot dit percentage maximaal mag zijn.

Na de top gaat het treintje naar beneden. Een zijaanzicht van de baan van het treintje na de top is schematisch weergegeven in figuur 2. Tussen de punten A en B valt het treintje loodrecht naar beneden. Daarna buigt de baan af en gaat het treintje na het laagste punt C schuin naar boven.

figuur 2
d) Welke kracht(en) werk(t)(en) er op een passagier tijdens de beweging tussen de punten A en B?
A alleen de normaalkracht
B alleen de zwaartekracht
C zowel de normaalkracht als de zwaartekracht
e) Wat kun je zeggen over de normaalkracht in het laagste punt C?
A De normaalkracht is kleiner dan de zwaartekracht.
B De normaalkracht is gelijk aan de zwaartekracht.
C De normaalkracht is groter dan de zwaartekracht.

Zoals gezegd is dit een opgave uit het pilotexamen, elders op natuurkunde.nl vind je de uitwerking voor de opgave uit het reguliere examen. Wanneer je deze opgave vergelijkt met de overeenkomstige opgave uit het reguliere examen, dan zie je dat er alleen voor de vragen d en e een verschil is. Ga voor jezelf na of je beide varianten van deze opgave volledig kunt maken.

Aanwijzingen

Open de aanwijzing bij de vraag van jouw keuze.

Uitwerkingen

Open het antwoord op de vraag van jouw keuze.