Opgave
Tijdens een experiment ontstaat een hoeveelheid 31S. Dit blijkt een β+-straler te zijn.
a) Geef de vergelijking van het verval van 31S.
De activiteit van dit 31S-isotoop is gemeten als functie van de tijd. Zie grafiek.
b) Bepaal de activiteit op t = 0 s.
c) Bepaal de halveringstijd.
d) Bepaal de hoeveelheid 31S-atomen op t = 0 s.
Uitwerking vraag (a)
Uitwerking vraag (b)
• Grafiek doortrekken: 480 Bq = 0,48 kBq.
Uitwerking vraag (c)
• 480 >> 240 >> 120 >> 60.
• Na drie halfwaardetijden heb je een activiteit over van 60 Bq.
• Dat is op t = 3τ = 7,85 s >>
• τ = 2,6 s.
Uitwerking vraag (d)
• A = λ × N en λ × τ = ln 2
dus
• N = A / λ = 480 × 2,6 / ln 2 = 1814 = 1,8×102