Opgave
Hoe weet je uit welke richting het geluid komt dat je waarneemt?
Om die vraag te beantwoorden worden er allerlei suggesties gedaan. We gaan er twee bekijken.
Veronderstel: er staat een geluidsbron op een afstand van 2,00 m links van je met een geluidsvermogen van 0,10 W. De geluidsbron heeft geen voorkeursrichting en zendt geluid uit met een frequentie van 1000 Hz. Om je rechteroor te bereiken moet het geluid een ‘omweg’ maken van bij benadering 20 cm.
a) Bereken het verschil in geluidsniveau tussen je linkeroor en je rechteroor.
b) Bereken het faseverschil van het geluid dat beide oren waarnemen.
In een kamer ontstaat een ‘vol’ geluid als er resonantie optreedt en een staande golf kan ontstaan. Het richtingsgevoel ben je dan kwijt.
c) Bereken hoe lang een kamer moet zijn om bij 30 Hz een 'vol' geluid mogelijk te maken?
Uitwerking vraag (a)
Uitwerking vraag (b)
Uitwerking vraag (c)
Beide uiteinden van de kamer hebben dezelfde functie, dus of twee knopen of twee buiken. In beide gevallen is de lengte van de kamer 0,50λ.
• λ=v/f = 340/30 = 11,33 m
• lengte kamer = 5,7 m.