Opgave
Bij snelkokende rijst moet je de gewenste hoeveelheid rijst in kokend water doen.
Al je water kookt en je wilt het water aan de kook houden, ook als je de rijst er nog niet indoet, moet je het vuur aanlaten. Je voert dus constant energie toe.
Leg uit wat er met de toegevoerde energie gebeurt.
Uitwerking
Het gaat erom dat er energie moet worden toegevoerd om het water aan de kook te houden.
Deze energie wordt gebruikt voor twee doeleinden. Om te beginnen zal door het grote temperatuurverschil met de omgeving warmte verloren gaan. Als je die niet aanvult zakt de temperatuur onder de 100 °C en kookt het water niet meer.
Verder is voor het koken zelf energie nodig. De afstand tussen de moleculen wordt zeer vergroot, de potentiële energie t.g.v. de vanderwaalskracht neemt sterk toe en die energie, de zogenaamde verdampingswarmte, moet eveneens worden toegevoerd.