Gebruik makend van een kompas weet je altijd waar het noorden is. Dit is mogelijk omdat de aarde zelf een magnetisch veld bezit. Op de evenaar is het aardmagnetisch veld en op de noordpool . Je wilt een Hall-sensor bouwen die in staat is de grootte van het aardmagnetisch veld met een relatieve nauwkeurigheid van 2 procent te meten. Je hebt de beschikking over een stroombron van maximaal 10 A, een digitale voltmeter met een absolute nauwkeurigheid van , en je hebt de beschikking over de materialen koper en germanium, waarvan je zelf de maten mag bepalen. De ladingsdichtheid van koper bedraagt en van germanium .
a) Voor welk materiaal kies je? Leg uit hoe je tot deze keuze bent gekomen. Wat zijn de afmetingen van jouw plaatje waarmee de sensor voldoende relatieve nauwkeurigheid heeft?
Antwoord vraag (a)
Deze opgave komt uit de vwo-module 'Elektrische en magnetische velden' van het project NiNa, die de auteurs voor de pilot van het NiNa-examenprogramma hebben ontwikkeld. Via het menu hieronder kom je in de e-versie van die module op natuurkunde.nl.
Vorige opgave | Terug naar: 4.4 Het Hall-effect | Overzicht opgaven De lorentzkracht | Volgende opgave |