Twee stroomvoerende draden worden parallel naast elkaar gehouden (figuur 4.9).
a) Bespreek wat er met de draden zal gebeuren als beide stromen in dezelfde richting staan. (Hint: in welke richting staan de lorentzkrachten die draden op elkaar uitoefenen?)
b) Bespreek wat er met de draden zal gebeuren als de stromen in tegengestelde richting staan.
c) Bespreek wat er gebeurt als we de draden loodrecht op elkaar houden (figuur 4.10).
Antwoord vraag (a)
Beide draden voelen het magneetveld dat de andere draad veroorzaakt. Omdat je nu de stroomrichting weet, en het magneetveld bij elke draad, kun je de richting van de lorentzkracht bepalen: zie de schets hieronder. De draden zullen elkaar aantrekken.
Antwoord vraag (b)
Als je voor deze situatie weer een schets maakt en de richting van de lorentzkrachten tekent, zul je zien dat beide draden elkaar nu afstoten.
Antwoord vraag (c)
Ook in deze situatie kun je weer een schets maken en de richting van de lorentzkrachten op de draden tekenen. Op elke draad werkt een krachtkoppel. De draden zullen dus gaan draaien om het middelpunt en tegen elkaar aan gaan liggen (met de stroom in dezelfde richting).
Deze opgave komt uit de vwo-module 'Elektrische en magnetische velden' van het project NiNa, die de auteurs voor de pilot van het NiNa-examenprogramma hebben ontwikkeld. Via het menu hieronder kom je in de e-versie van die module op natuurkunde.nl.
Vorige opgave | Terug naar: 4.1 Lorentzkracht op een stroomvoerende draad | Overzicht opgaven De lorentzkracht | Volgende opgave |