Opgave
Op onderstaande foto is een meetopstelling weergegeven waarbij een natriumlamp gericht is op twee kaarsen. Op de witte muur achter de twee kaarsen zien we een lichtplek die veroorzaakt wordt door de natriumlamp. Eén van de kaarsen is bestrooid met keukenzout (natriumchloride).
a) Leg uit waarom er in deze meetopstelling en lens wordt gebruikt. Wat verwacht je over de afstand tussen de lens en de natriumlamp?
Zoals je in onderstaande close-up kunt zien geeft de linker kaarsvlam wel een schaduw maar de rechter kaarsvlam niet.
b) Geef hiervoor een verklaring, welk van de twee kaarsen is bestrooid met natriumchloride?
Uitwerkingen vraag (a)
De natriumlamp geeft licht naar alle richtingen. De lens bundelt het licht zodat er een scherpe afbeelding ontstaat. De natriumlamp staat in het brandpunt van de lens.
Uitwerkingen vraag (b)
Het gele natriumlicht kan langs de kaars, hierdoor ontstaat een geelgekleurde lichtvlek op de muur. We zien het emissiespectrum van natrium (vandaar de gele kleur). Het licht kan niet door de kaarsen heen, hierdoor ontstaat van elke kaars een duidelijke schaduw van de kaars op de muur. Bij de rechter vlam ontstaat geen schaduw, kenneliijk kan het natriumlicht door deze vlam heen. Bij de linker vlam ontstaat wel een schaduw. De straling die de natriumlamp uitzendt, wordt door de natriumdamp die zich in de kaarsvlam bevindt geabsorbeerd. Dat betekent dat de linker kaars bestrooid is met natriumchloride.