Opgave
Marieke heeft van drie veren gemeten hoe ze uitrekken als ze er gewichtjes aan hangt. In de figuur zie je de grafiek die ze van haar meetgegevens gemaakt heeft.
a) Welke veer is het sterkst, A, B of C? Licht toe.
Zie de figuur hieronder:
b) Lees beide meters zo nauwkeurig mogelijk af en noteer je waarde.
Zie de figuur hieronder:
c) Bepaal zo nauwkeurig mogelijk het volume van de steen. Laat zien hoe je aan je antwoord bent gekomen.
Uitwerking vraag (a)
• De sterkste veer rekt het minst snel uit als er gewicht aan hangt. Dus de minst steile lijn, en dat is C. Je bent snel geneigd B te zeggen omdat die bij maximaal gewicht het minst lang is, maar veer B is was ook korter. Je moet bij deze vraag dus niet lengtes vergelijken, maar de mate waarin de lengte verandert.
Uitwerking vraag (b)
• Voor de linkse meter is de afstand tussen twee streepjes 10 mA, de meter staat op 3,5 streepjes afstand van nul. Dus 0 + 3,5 * 10 = 3,535 mA.
• Voor de rechtse meter is de afstand tussen twee streepjes 1 mA. De meter staat op 6 streepjes afstand van 30. Dus 30 + 6 * 1 = 36 mA.
Uitwerking vraag (c)
• In de kolom zonder steen lezen we af dat er 10 + 6 * 1 = 16 ml water in zit.
• In de kolom met steen lezen we af dat er 20 + 8 * 1 = 28 ml water in zit.
• Het verschil is 28 - 16 = 12 ml.
• 12 ml = 12 . 10-3 l = 12 ∙ 10-3 dm 3 = 12 ∙ 10-6 m3
• Dichtheid van water (BINAS) = 0,998 ∙ 103 kg / m3
• Het gewicht van de steen is de dichtheid keer het volume.
• m = ρ * V
• m = (0,998 ∙ 103) * (2 ∙ 10-6) = 0,012 kg