Opgave
Door een horizontaal touw beweegt een transversale golf. Figuur A en B stellen twee momentopnamen van het rechter gedeelte van het koord voor. De tijd tussen de twee opnamen is 0,10 s. In figuur A heeft de kop van de golf het uiteinde van het touw bereikt.
a) Ga na of dit uiteinde een vast of een vrij uiteinde is.
b) Bepaal de frequentie waarmee de deeltjes van het koord trillen.
c) Bepaal de golfsnelheid in m / s.
d) Teken de stand van het koord 0,10 s na de stand die door figuur B wordt weergegeven.
Uitwerking vraag (a)
• Het is een vast uiteinde; Bij een open eind zou de golf van het touw af gaan.
Uitwerking vraag (b)
• Als de golf gereflecteerd wordt, gaat hij terug en wordt bij de ingaande golf opgeteld.
• Beide golven doven elkaar als de eerste hele golflengte is gereflecteerd.
• Dit gebeurt in Figuur B, dus na 0,1 s.
• In 0,1 s is dus 1 golfbeweging gemaakt: s
Uitwerking vraag (c)
• 40 cm is een halve golf, dus
•
Uitwerking vraag (d)
• Na nog een hele trilling, is de gereflecteerde golf weer l naar links opgeschoven en is de rest inmiddels gereflecteerd.
• De voorkant van de golf was hoog, dus de voorkant van de gereflecteerde golf is ook hoog