Opgave
In een thermosfles met een warmtecapaciteit van 30 J/K bevindt zich 1,00 dl water van 12 °C.
We laten een blokje aluminium van 40 gram en 100 °C erin zakken.
- Bereken de temperatuur die het water krijgt.
Uitwerking
Voor de thermosfles geldt:
• Q = C × ΔT
• met C = 30 J/K
Voor het water geldt:
• Q = m × c × ΔT
• met m = 0,100 kg en c = 4180 J/(kg K)
Voor het aluminium geldt:
• Q = m × c × ΔT
• met m = 0,040 kg en c = 880 J/(kg K).
Opgenomen warmte door fles en water = Afgestane warmte door aluminium blokje.
We noemen de uiteindelijke temperatuur "t".
• Q = 30 × ( t - 12 ) + 0,100 × 4180 × ( t - 12 ) = 0,040 × 880 × ( 100 - t ) >>
• Q = 18,4 °C