Opgave
Twee oordopjes/luidsprekers van een walkman trillen in fase en geven een toon van 1545 Hz. Ze liggen 90 cm uit elkaar op tafel en zijn als puntvormige trillingsbron te beschouwen.
a) Leid af hoeveel buiklijnen je op tafel moet verwachten.
b) Dezelfde vraag, maar nu met een toon van 1360 Hz. Maak een tekening.
Uitwerking vraag (a)
Bij een frequentie van 1545 Hz hoort een golflengte λ = v×T = vx1/f = 340 / 1545 = 0,22 m. Op de verbindingslijn van de twee oordopjes betekent dit, dat vanuit het midden waar een buik zit vanwege gelijke afstanden tot de synchrone bronnen, iedere 11 cm naar een oordopje toe een buik oplevert door resp. een afstandsverschil van 1λ, 2λ, 3λ en 4λ. Er zijn dus 4 buiken aan iedere zijde. In totaal dus 4 + 1 + 4 = 9 buiken.
Uitwerking vraag (b)
Bij een frequentie van 1360 Hz hoort een golflengte λ = v×T = vx1/f = 340 / 1360 = 0,25 m. Midden tussen de twee oordopjes komen de golven in fase aan en is dus een buik. Verder iedere halve golflengte, 12,5 cm, naar links en naar rechts. Dus 3 aan iedere kant, nl. op 12,5 cm, op 25,0 cm en op 37,5 cm van het midden. In totaal dus 7 buiken: