a) Geef aan waar de polen zitten in een platte koelkastmagneet (figuur 2.8).
b) Waarom is het onverstandig om een hoefijzermagneet (figuur 2.9) van buigzaam materiaal te maken?
c) Bekijk de gebroken magneten in figuur 2.10. Waarom kun je de brokstukken van magneet A nog wel, maar die van magneet B niet meer tegen elkaar aanleggen?
Antwoord vraag (a)
De noordpool zit aan de bovenkant van de platte schijf, en de zuidpool aan de andere kant (of andersom).
Antwoord vraag (b)
Als een hoefijzermagneet uit flexibel materiaal bestond, zouden de twee uiteinden (noordpool en zuidpool) elkaar aantrekken en aan elkaar vast gaan zitten.
Antwoord vraag (c)
Bij magneet A zijn de gebroken uiteinden een zuidpool en een noordpool geworden. Die kun je dus weer tegen elkaar aanleggen. Bij de gebroken magneet B zijn de noordpool en zuidpool van de stukken onveranderd (bovenkant noord, onderkant zuid). Als je ze nu probeert tegen elkaar aan te leggen, zullen de polen van elk stuk elkaar afstoten.
Deze opgave komt uit de vwo-module 'Elektrische en magnetische velden' van het project NiNa, die de auteurs voor de pilot van het NiNa-examenprogramma hebben ontwikkeld. Via het menu hieronder kom je in de e-versie van die module op natuurkunde.nl.
Opgaven vorige hoofdstuk | Terug naar: 2.1 Magneten | Overzicht opgaven Magnetisme | Volgende opgave |