Opgave
Een lamp beschijnt via een lens een scherm AB. Zie de tekening hieronder met lamp L, lens, brandpunt F, scherm AB en hoofdas.
Construeer en arceer de bundel die het scherm belicht.
Uitwerking
Om de stralengang te kunnen tekenen moet je eerst het beeld van L construeren. Dit doe je met twee constructiestralen.
Vanuit L door het optisch midden van de lens. Die straal gaat rechtdoor.
Als tweede een straal evenwijdig aan de hoofdas; deze breekt door het brandpunt F.
Het snijpunt van de twee uittredende stralen is het beeld.
Je ziet dat er rechts van de lens geen snijpunt is.
Je moet de stralen dus doorstippelen links van de lens tot ze elkaar snijden. Zo vind je het virtuele beeldpunt B van lamp L.
Alle stralen die vanuit L vertrekken lijken na breking uit B te komen. Zo ook de stralen die de gevraagde bundel begrenzen.
Je stippelt de lijnen vanuit B naar A en B; zodra ze de lens passeren, kun je die lijnen gewoon trekken. Tenslotte trek je de lijnen vanuit L naar de beginpunten van de gebroken stralen op de lens en arceer je het gebied ertussen. Dat is de bundel.