Opgave
Een fotocel is opgenomen in een schakeling om de stroomsterkte te meten als functie van de spanning tussen kathode en anode.
We bouwen twee dergelijke schakelingen; we gebruiken daarbij identieke fotocellen.
Op elke kathode valt een lichtbundel. Hoewel de intensiteit (in W/m2) van de lichtbundels op de kathode van beide fotocellen gelijk is, hoeft de stroomsterkte ten gevolge van de lichtbundels allerminst gelijk te zijn.
Noem twee mogelijke oorzaken en licht ze toe.
Uitwerking
Een verschil kan zitten in de golflengte en daarmee het aantal fotonen. Een ander verschil kan zitten in de spanning UAK. Als je een grotere golflengte hebt, bezitten de fotonen minder energie en zijn wellicht niet eens in staat om elektronen vrij te maken. Kunnen ze dat wel, dan zijn er meer fotonen en daarmee mogelijk meer elektronen beschikbaar. De stroomsterkte is afhankelijk van de aangelegde spanning, zie de grafiek.