Hoogspanningskabel (VWO-2 2001)

Onderwerp: Elektrische stroom, Inductie en wisselstromen

Examenopgave natuurkunde 2 2001 tijdvak 1: opgave 2

Opgave

Tussen Rotterdam en Ommeoord ligt een 3,0 km lange ondergrondse hoogspanningskabel, die een elektrisch vermogen moet kunnen afleveren van maximaal 400 MW bij een spanning van 150 kV. De kabel bestaat uit een bundel koperdraden. De kabel heeft een weerstand van 7,2.10-2 Ω.

a) Leg uit waarom men voor het transport van elektrische energie de spanning omhoog transformeert.
b) Bereken het vermogen dat door warmteontwikkeling in de kabel verloren gaat als de gebruikers het maximale elektrische vermogen afnemen.

Er zouden buisjes tussen de koperdraden kunnen worden aangebracht om de overtollige warmte van de kabel af te voeren. Door deze buisjes wordt dan water gepompt.

c) Noem de vormen van warmtetransport die dan plaatsvinden en geef bij elke vorm een toelichting.