Opgave
Als bijziende heb ik zonder bril wel problemen met kijken op afstand, maar lezen gaat zonder bril prima.
Met bril gaat het kijken op afstand goed, maar het lezen geeft nu problemen.
- Leg dat laatste uit in woorden.
- Probeer de woorden “virtueel beeld” of “accommoderen” te gebruiken.
Uitwerking
• Een bijziende draagt een negatieve bril. Een negatieve lens maakt een verkleind virtueel beeld. Tekenen! Dat beeld is te klein om te lezen.
OF:
• Als ik lees, houd ik het boek dichtbij. Het oog accommodeert maximaal. Als ik een negatieve lens voor mijn oog houd wordt de bundel nog divergenter, het oog krijgt dat niet meer geconvergeerd.