Opgave
Een automobilist kijkt in de buitenspiegel van zijn auto. De buitenspiegel bestaat uit twee vlakke spiegels, die een kleine hoek met elkaar maken. Zie bijgaande tekening met pupil P en spiegel ABC.
- Construeer het gezichtsveld, dat wil zeggen het gebied dat de automobilist kan overzien met deze spiegel.
Uitwerking
Bepaal de spiegelbeelden van de pupil; daar moeten de lichtstralen naartoe.
Er is een duidelijke 'dode hoek'.
Jaarlijks vallen er veel gewonden in het verkeer, omdat automobilisten en vrachtwagenchauffeurs niet kunnen zien wat er in de dode hoek zit.