Opgave
Een rotje knalt links van mij op oorhoogte uit elkaar op een afstand van 5,0 m. Ik schat het geluidsniveau op 120 dB bij mijn linkeroor. Mijn rechteroor hoort dat geluid later, want de weg is voor het geluid 20 cm langer.
a) Bereken het vermogen van het rotje.
b) Bereken wat op basis van die extra afstand van 20 cm het verschil in geluidsniveau tussen mijn linkeroor en mijn rechteroor zal zijn.
In Binas, tabel 98B, zie je dat de eigenfrequentie bij het ovale venster hoog ligt.
Door het basale membraan te vergelijken met een blokje aan een veer kun je afleiden of het basale membraan daar sterker of minder sterk gespannen is dan op de plaats waar de resonantie bij lage tonen plaats vindt.
c) Maak die vergelijking en trek je conclusie. (Buiten examenprogramma)
Uitwerking vraag (a)
• De intensiteit op 5,0 m van het rotje is:
• Het vermogen van het rotje is dan:
Uitwerking vraag (b)
• Het wordt de benadering van een bolvormig golffront; dan geldt de kwadratenwet.
Uitwerking vraag (c)
• Voor een blokje aan een veer geldt dat...
• Bij een hogere frequentie hoort dan ook een grotere C. Een vlies dat strakker gespannen is, heeft een grotere C. Het basale membraan zal op basis van deze vergelijking bij het ovale venster strakker gespannen zijn.