Technische Natuurkunde

Onderwerp:

Wat houdt deze studie in?

Hoe komt dat Technische eigenlijk tot uiting?

Je middelbare schooltijd: een periode waarin je volwassen wordt. Een periode waarin je op ontdekkingstocht gaat! Je leert jezelf beter kennen en van vele kante wordt je beïnvloed in je doen en laten en in al je opvattingen. Een van de dingen die je te doen staat in het laatste jaar van je middelbare schooltijd, is het kiezen wat je verder met je leven wilt gaan doen. Sommigen willen een wereldreis maken, anderen willen juist gaan werken. De meesten echter kiezen voor een vervolgopleiding, al dan niet aan de universiteit. En als je de keuze voor een bepaalde studie gemaakt hebt, dan rijst de vraag nog vaak: aan welke universiteit wil ik eigenlijk gaan studeren? Bij anderen is het juist precies andersom: ze weten wel waar, maar niet wat ze willen gaan studeren. Uiteindelijk komt iedereen toch tot een keuze, al dan niet goed overwogen…..

En daar zit je dan voor de eerste keer serieus in de collegebanken, je hebt voor Technische Natuurkunde gekozen. Je hebt op de middelbare school een technisch profiel gehad en je vond de technische vakken als natuurkunde, scheikunde en wiskunde erg leuk en waarschijnlijk haalde je er ook nog eens hoge cijfers voor! Iedereen weet immers dat als je een vak leuk vindt, dat je er ook graag je best voor doet en dat zich dat terug laat zien in de resultaten: hoge cijfers. Mocht dat niet zo zijn, dan geeft dat niet eens, het belangrijkste is immers dat je de dingen doet die je leuk vind! Met een goede instelling kom je er uiteindelijk ook.
Het leuke van een technische opleiding is dat je niet alleen met de theorie aan het werk bent. Je maakt dingen, ontwerpt dingen, en je bent niet steeds met één discipline bezig. Voor mij is het uiteindelijk natuurkunde geworden aan de Universiteit Twente: een goed overwogen keuze, die me na vijf jaar nog steeds goed bevalt.

De studie

Nu zal ik het een en ander over de studie zelf vertellen. Het eerste college wat je krijgt is Calculus 1. Zeg maar wiskunde, maar dan iets uitgebreider. Dit is voor de meeste technische studies tegelijk met andere opleidingen, de wiskunde is immers voor alle aankomende ingenieurs van belang! Je zit met zijn allen in een grote zaal naar een man te luisteren die voor de grap maar meteen de gehele stof van het VWO in een uurtje herhaalt. Je schrikt je helemaal dood van het tempo waarin er wordt begonnen….gelukkig heeft bijna iedereen meteen door dat het allemaal wel meevalt, even een nieuwe manier van studeren aanleren en het is voor de meesten een eitje!
Het klinkt logisch als je hoort dat er in het eerste jaar van je studie vooral basisvakken worden gegeven. Dit is het dan ook. Zonder een goede basis is het onmogelijk om je studie goed te kunnen doorlopen. Vooral veel wiskunde en practica staan op het programma en een aantal basisvakken natuurkunde mogen natuurlijk ook niet ontbreken, mechanica en elektriciteit en magnetisme worden in het eerste jaar behandeld. Je krijgt al snel een duidelijk beeld van de opleiding, mede dankzij een onderzoekje dat je met een groepje studenten doet bij een vakgroep (een opsplitsing binnen de opleiding, waar jij je later in je studie in kunt specialiseren).
In het tweede en derde jaar wordt de basis versterkt en uitgebreid. De verbanden tussen de vakken die je hebt gevolgd en nog gaat volgen, worden eindelijk duidelijk. Heb je dat wiskundevak toch niet voor niets gehad! Het projectonderwijs komt ook elk jaar weer terug. In kleine groepjes werk je aan een bepaald onderwerp, waar je goede begeleiding bij krijgt en toch erg vrij wordt gelaten: heerlijk voor een student.
Je leert over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van nanotechnologie: je ziet foto’s van atomen, en laboratoria van een paar millimeter groot. Materiaalkunde en optica doen steeds meer in het nanometergebied.
Dan is het moment dat je opnieuw een keuze moet maken, de natuurkunde is zeer uitgebreid en aangezien niemand alles kan weten, moet jij je specialiseren. Je moet keuzevakken gaan kiezen en een bachelor-opdracht doen. Er zijn bij de natuurkunde-opleiding in Enschede drie stromingen waaruit je kunt kiezen: materiaalkunde, stromingsleer en optica. Er bestaat stiekem toch best veel overlap tussen de verschillende stromingen, een goede keuze is dus altijd mogelijk. Binnen de drie genoemde stromingen heb je vakgroepen, die zich specifiek bezig houden met een bepaald stukje onderzoek. Na de bacheloropdracht ben je afgestudeerd als Bachelor of science, in feite hetzelfde als een hbo-diploma.

Meestal ga je daarna door met je Master, en dan kies je ook weer één van de drie tracks. In de Master krijg je vakken die specifiek met je stroming te maken hebben, en als je al deze vakken afgerond hebt, ga je drie maanden op stage. Dit kun je bijvoorbeeld doen bij een bedrijf of een universiteit, en eigenlijk doe je dan werk dat je ook zou kunnen doen als je net afgestudeerd bent, maar je krijgt natuurlijk wel begeleiding. Als je klaar bent met je stage, ga je gedurende de rest van het collegejaar een eigen onderzoek doen. Dit is hetzelfde als de bacheloropdracht, maar dan wat zelfstandiger en diepgaander. Het is ook de bedoeling dat je eerst in de literatuur zoekt en een verslag over de achtergronden van jouw project schrijft. Daarna doe je onderzoek en schrijf je je Master thesis. Deze moet je verdedigen, en als de docenten het goed vinden, ben je afgestudeerd!

Aangezien de periode dat je aan het studeren bent best lang is, is het moeilijk om te zeggen hoe je het gaat invullen. Er komt veel op je af en je zult de dingen gaan doen die je leuk vindt. Het belangrijkste voor een middelbare scholier is dat hij of zij een weloverwogen keuze maakt welke opleiding er gevolgd gaat worden en aan welke instelling. Veel succes allemaal met eventuele tentamens en examens en uiteraard met het maken van een studiekeuze die, belangrijk is voor je toekomst!