Een nadeel van de röntgenfoto is dat de gehele dikte van het lichaam gefotografeerd wordt. Verschillende structuren kunnen elkaar overlappen en zijn soms moeilijk van elkaar te onderscheiden. In de figuur hierboven links zie je een röntgenopname van de borstholte. De zwarte vlekken geven de longen aan. Als op die foto een kleine tumor te zien zou zijn, weet je nog niet hoe "diep" die zit. Dat zou je kunnen oplossen door ook een foto van opzij te maken, maar dan zou de tumor wel eens achter een rib verscholen kunnen zitten.
De CT-scan geeft een beeld van de dwarsdoorsnede van de borstholte. Er is dan geen overlapping met andere structuren en de breedte- en diepteligging van een tumor kan op millimeters nauwkeurig bepaald worden.
CT staat voor Computed Tomography: het maken van een dwarsdoorsnede met behulp van de computer. Andere benamingen zijn: de CAT-scan (Computer Assisted Tomography) of CAT = Computed Axial Tomography. Met al deze termen wordt dezelfde beeldvormingstechniek bedoeld.
Het CT-scanapparaat bestaat tegenwoordig uit een röntgenbron die om het menselijk lichaam draait met aan de andere andere kant röntgendetectors. De detectors meten de sterkte van de straling nadat die het lichaam heeft gepasseerd. Uit de absorptie van de straling door het lichaam kan de computer berekenen waar die absorptie sterker of minder sterk is en vervolgens een afbeelding maken.
Voor meer details over het maken van de afbeelding bij de CT-scan, klik hier.
In de animatie hieronder zie je een apparaat waarmee de CT-scan gemaakt wordt. Druk op Play en je ziet hoe de bron en de detectoren bewegen.
Technische verbeteringen
Sinds de eerste experimenten door Hounsfield in 1970 is de techniek van de CT-scan aanzienlijk verbeterd. Betere detectoren en krachtigere computers maakten het mogelijk om meer gedetailleerde beelden in veel kortere tijd te maken. Voor het maken van een scan van de borstholte is het belangrijk dat de patiënt zijn adem inhoudt, omdat anders het beeld wazig wordt. Als de scan slechts 5 seconden duurt, is dat geen probleem.
Een andere belangrijke technische verbetering is dat niet meer door draden, maar door gebruik van sleepringen de informatie van de draaiende detector naar de computer overgebracht wordt. Daardoor kan de detector steeds maar door draaien. Zo is het mogelijk om achter elkaar vele "plakken" van het menselijk lichaam in beeld te brengen en zijn ook 3D-beelden mogelijk.
In de figuur hieronder zie je een 3D-beeld van de dikke darm. Door de CT-afbeeldingen op de juiste wijze achter elkaar te leggen kan men een virtuele reis door de darm maken en zo nagaan of er afwijkingen zijn.
Toepassingen en gevaren
Een belangrijk voordeel van de CT-scan is dat je een veel beter contrast tussen verschillende weefsels krijgt dan met röntgenfoto’s mogelijk is.
De CT-scan geeft een scherpe afbeelding van de organen en wordt veel gebruikt om tumoren op te sporen en de ontwikkeling ervan te volgen. Ook om de afmetingen van de blaas te bepalen of om te kijken of er water in de longen zit, kan de CT-scan goede diensten bewijzen.
Een nadeel is de vrij grote dosis straling die de patiënt oploopt. Het dosisequivalent van een scan van het hoofd is 2 mSv, die van de borstkas is 10 mSv en die van het bekken 15 mSv.
Dit is 10 tot 100 keer zoveel als bij een röntgenfoto. Maar het voordeel van de CT-scan is dat hij veel bruikbaarder is voor een diagnose.
Behalve voor medische doeleinden kan de CT-scan ook gebruikt worden om levenloze voorwerpen te onderzoeken. Geologen kunnen de CT-scan gebruiken om stukken rots te onderzoeken. In dat geval draait niet de röntgenbron met de detectoren, maar het voorwerp. Men kan het voorwerp dan ook langduriger en aan intensievere straling blootstellen dan bij mensen mogelijk is.