In een serie van enkele artikelen en vraagstukken wordt aandacht besteed aan de contrabas. Verschillende aspecten uit het hoofdstuk geluid worden geillustreerd aan de hand van dit instrument. De artikelen komen het best tot hun recht als je al enige kennis van geluid hebt opgedaan (of als je je natuurkundeboek bij de hand hebt). In dit artikel bespreken we het videometen aan een bas.
In eerste instantie is videometen ontwikkeld om bewegingen te volgen, je maakt immers een plaats-tijdgrafiek van een voorwerp dat je volgt. Het is echter ook mogelijk om zo'n plaats-tijdgrafiek te gebruiken om een lied te herkennen. We zien in onderstaande figuur de positie van de vinger van een bassist. Hoe lager de vinger, des te korter is de snaar. In dit geval betekent een lagere vinger dus een hogere toon.
In de afbeelding hierboven zien we waar de wijsvinger is, alleen maakt de bassist niet voortdurend geluid. Er klinkt alleen een toon als de andere hand de snaar aanslaat. Door naar de originele film te kijken is na te gaan op welke tijdstippen er geluid geproduceerd wordt. Hiermee is onderstaande figuur gemaakt waarin precies te zien is op welke tonen op welk tijdstip gespeeld zijn. Ga na of je nu weet welk leidje dit is. Klik op de link onder de afbeelding voor het antwoord.
Welk liedje is het toch?
Het spelen van flageoletten
Zoals je hoort, doet de bassist een poging om het liedje 'Kortjakje' te spelen. Dit kinderliedje is buiten Nederland ook bekend als 'Twinkle twinkel little star' of 'Ah ! Vous dirai-je maman'
Een nadere kijk op de posities van de wijsvinger
Het grote verschil tussen een contrabas en een gitaar is dat de gitaar fretten heeft. Door een beetje boven de fret een snaar in te drukken, wordt de snaar tegen de fret geklemd en is het deel van de snaar dat kan trillen precies lang genoeg (namelijk de afstand tussen de brug en de fret). Bij een contrabas moet de speler er zelf voor zorgen dat de vinger op precies de goede plek staat. In de figuur hieronder zie je dat ook bij de bas steeds precies vastgestelde plekken van de hals gebruikt worden. In de figuur zijn rode lijnen getrokken die de plekken van de wijsvinger aangeven. Dat de wijsvinger soms net verkeerd staat, zie je aan de eerste 'A' die gespeeld wordt (zie figuur). De wijsvinger was hier een beetje te hoog geplaatst. Toen deze toon in het verdere verloop van het liedje nogmaals gespeeld werd, stond de wijsvinger iets lager.