Het kleine broertje van de zonsverduistering is de maansverduistering. Eigenlijk is dit verschijnsel hetzelfde als een zonsverduistering, maar dan voor waarnemers op de maan. Net zoals de maan een klein schaduwtje op het aardoppervlak kan werpen en we van een zonsverduistering spreken, kan de aarde een enorme schaduw op de maan werpen. Zó groot zelfs dat de maan er soms wel drie keer in past. Dit is dan ook de reden dat we vaker een maansverduistering mogen meemaken dan een zonsverduistering.
Drie fasen.
1) Als eerste komt de maan de bijschaduw van de aarde binnen. Een waarnemer op de maan zou de zon gedeeltelijk verduistert zien door de aarde. Op onze planeet merken we hier weinig van. De lichtverzwakking van het maansoppervlak is erg zwak, maar soms kan men wel merken dat de maan iets zwakker 'straalt'.
2) De gedeeltelijke fase voor een waarnemer op aarde is voor een waarnemer op de maan in de kernschaduw een totale Zonsverduistering. De maan bevindt zich in dit stadium gedeeltelijk in de kernschaduw.
3) Tijdens de totaliteit bevindt de maan zich volledig in de kernschaduw. We zien de maan nauwelijks, of we zien haar erg goed, maar gehuld in een roodoranje of donkerrode gloed.
Waardering van een maansverduistering.
Zoals gezegd kan een maansverduistering verschillende vormen aannemen. Af en toe zijn er zeer donkere maanverduisteringen, waarbij de maan nauwelijks te zien is, maar doorgaans is er sprake van een rode of oranje kleur tijdens de totaliteit. De maan is dus vrijwel nooit 'onzichtbaar'. Dit komt door de aardatmosfeer, die het zonlicht verstrooit, waardoor ook nog wat licht op het maanoppervlak valt. Zeer donkere eclipsen komen voor wanneer er veel stof in de atmosfeer is, zoals na vulkaanuitbarstingen. De maansverduistering in 1991 was bijvoorbeeld zeer donker, doordat de vulkaan Mount Pinatubo op de Filippijnen zeer actief was.
De Fransman A. Danjon (1890-1967) heeft een schaal opgesteld voor de waardering van een maansverduistering: L = 0: Zeer donkere eclips. De maan is bijna onzichtbaar, vooral bij het centrale deel van de kernschaduw. L = 1: Donkere eclips, grijze of bruinachtige kleur; details op het oppervlak zijn nauwelijks zichtbaar. L = 2: Donkerrode of roestkleurige eclips, met een zeer donker centraal deel van de kernschaduwen een relatief heldere rand. L = 3: Steenrode eclips, met een heldere of geelachtige rand. L = 4: Zeer heldere, koper-achtige rode of oranje-achtige eclips, met een zeer heldere blauw-achtige rand.
Waarom zien we niet bij elke Volle Maan een maansverduistering ?
Dit is te verklaren uit de baan waarin de maan beweegt. Deze maakt niet altijd dezelfde hoek met het baanvlak waarin de aarde beweegt. Soms duikt zij er een aantal graden onder en soms een aantal erboven. Af en toe is het gelukkig wel raak, maar dan moeten we in Nederland nog maar het geluk hebben dat de maan voor ons zichtbaar is. Toch is er gemiddeld elk jaar wel een maansverduistering in onze regionen te zien.