In december 2005 hebben enkele leerlingen van het St. Bonifatiuscollege uit Utrecht een bezoek gebracht aan het Instituut voor Marien en Atmosferisch Onderzoek Utrecht van de Universiteit Utrecht. Hierbij hebben ze verschillende personen die werkzaam zijn bij het IMAU geïnterviewd. In dit artikel staat het interview Henk Dijkstra, hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht.
Waar hebt u gestudeerd?
Ik heb zelf gestudeerd in Groningen. Daar ben ik wiskunde gaan studeren.
Waarom hebt u voor die opleiding gekozen?
Ik vind de bètakant uitdagend, het mooiste vakgebied wat er is. Dat komt doordat het een internationaal geldende taal is waar je een heleboel fenomenen kunt uitdrukken, terwijl dat met normale woorden nauwelijks zou kunnen.
Wat voor soort colleges geeft u?
Dit jaar heb ik een rustig jaar wat betreft het lesgeven, want ik ben net terug uit Amerika. Daar heb ik twee jaar lesgegeven aan Amerikaanse studenten. Hier geef ik alleen mechanica 2, het moeilijkste deel van de mechanica, aan 2e en 3e jaars natuurkundestudenten. Daarnaast geef ik ook nog colleges klimaatdynamica aan vergevorderde studenten. Dat gaat over bijvoorbeeld het broeikaseffect.
Hoe is de studie natuurkunde opgebouwd hier in Utrecht?
De studie natuurkunde is net zoals de overige opleidingen in Utrecht opgebouwd volgens het Bachelor / Masters-systeem. De Bachelorperiode duurt drie jaar, waarna je in twee jaar je Master kan halen. In het 1e jaar dat je studeert krijg je voornamelijk de basis van de natuurkunde en de wiskunde, in het 2e jaar is het de bedoeling dat je er een aantal vakken bijneemt en in het 3e jaar breid je deze keuzes weer uit. Daarna heb je je Bachelor gehaald en kan je doorgaan met je Masters. Daarbij verdiep je je verder in de door jou gekozen richting. Al de keuzevakken zijn overigens heel erg divers, wat de natuurkundeopleiding heel erg breed maakt. De studie zelf is in vergelijking met andere universiteiten vooral gericht op het begrijpen van de stof, de theorie dus. Hierdoor word je een stuk breder opgeleid dan dat je vooral op de praktijk gerichte colleges krijgt en kan je als afgestudeerde bij veel meer werkgevers terecht, want je hebt een goede achtergrond door al die vergaarde kennis. Daarnaast staat de Universiteit in Utrecht ook goed aangeschreven, want er lopen hier zeer veel goede mensen rond. Zo is hier ook een Nobelprijswinnaar te vinden en zijn wij de enige universiteit in Nederland waar je Fysische Oceanografie kunt gaan studeren.
Wat vindt u belangrijk dat uw studenten leren tijdens de colleges?
Ten eerste moet je een goede basiskennis hebben. Je moet bijvoorbeeld kunnen omgaan met computers en je moet de basis van de wiskunde bezitten. Daarnaast is het facet algemene kennis erg belangrijk, want zonder de feitenkennis kan je niets doen. Verder moet je de concepten goed kennen. Concepten zijn een soort brokken, bouwstenen, van theorieën die goed geïntegreerd moeten zijn in de geest. Door deze concepten met elkaar te combineren kom je al een heel eind wanneer je een probleem moet oplossen. Ten slotte moet je zelfstandig kunnen denken. Door het studiehuis wordt dat in het heden goed aangeleerd aan studenten, dat is één van de weinige goede zaken van het studiehuis. Zonder zelfstandig te kunnen denken kom je niet zo ver.
Wat vindt u het leukste aan uw beroep?
Ik vind dat ik een heel mooi beroep heb. Het is heel internationaal, je ziet veel van de wereld. Ook werk je veel samen met buitenlandse collega’s en reis je dus ook erg veel. Daarnaast sta je in contact met de media, wat ook altijd leuk is. Verder houd ik ervan om zaken op te lossen en vind ik het leuk als dingen opgelost zijn en dan geproduceerd worden. Ook kan je hier prijzen voor verdienen, wat natuurlijk ook altijd leuk is. En daarnaast heerst er geen grote werkdruk. Er is geen bevelhebber die zegt wanneer iets klaar moet zijn, je maakt namelijk zelf uit wanneer je iets af wilt hebben. Wanneer je daar niet aan voldoet is het niet zo’n groot probleem. Alleen moet je soms een onderzoeksplan of een artikel inleveren voor een deadline. Dat kan wel enige druk met zich meebrengen, maar dat vind ik prettige stress. In Amerika is dat een ander verhaal, want daar krijg je betaald naar wat je produceert. Dit zorgt natuurlijk wel voor enige stress.
Welke beroepen kan je doen na afloop studie natuurkunde?
Na een studie natuurkunde zijn er heel erg veel mogelijkheden om te gaan werken. Je kunt bijvoorbeeld het bedrijfsleven in, je kan leraar worden, je kan zaken gaan onderzoeken, je kan bij rijkswaterstaat of bij het KNMI gaan werken, het is dus heel erg breed. Volgens mij zijn er in Nederland geen werkloze natuurkundigen. De studenten die ik heb gehad hebben in ieder geval allemaal een goede baan gevonden. In de natuurkundige sectoren is er veel vraag naar werknemers en omdat er zich jaarlijks maar weinig mensen aanmelden voor de studie, blijft die vraag ook wel bestaan. Hierdoor ben je dus zo goed als verzekerd van een baan wanneer je de studie afrondt.
Waarom zullen wij natuurkunde gaan studeren?
Natuurkunde is een mooie studie, maar je moet wel gefascineerd zijn door de natuur. Het moet je boeien en je moet je ervoor interesseren hoe dingen in elkaar steken en werken. De studie is uitdagend en het geeft heel veel mogelijkheden. Daarnaast is het geen makkelijke studie. Toch hoef je niet perfect te zijn op het VWO om deze studie tot een goed einde te kunnen brengen. Alles is aan te leren, wanneer je veel leert is het helemaal niet zo moeilijk meer. Je moet je gewoon goed thuis voelen in het wereldje wat erbij hoort.
Het is een heel goede opleiding hier in Utrecht en er is heel veel vraag naar “hightech” mensen. Op dit moment worden er heel veel hoogopgeleide mensen uit het buitenland gehaald om hier die functies te bekleden, maar bedrijven hebben veel liever Nederlanders. Dit komt doordat de communicatie zo een stuk gemakkelijker verloopt. Je moet dus voor de studie kiezen als het je ligt en je bereid bent om ervoor te werken. Daarna weet je zeker dat je een mooie, goedbetaalde baan krijgt.
Dat was de laatste vraag. Bedankt voor het interview.
Graag gedaan.