Jorrit Visser

Onderwerp:

Jorrit Visser is klinisch fysicus in opleiding op de afdeling Radiotherapie van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Wat dat inhoudt en hoe hij tot deze baan is gekomen, legt hij hieronder uit.

Hoe werd je natuurkundige?

In de bovenbouw van het vwo werd ik geboeid door de meer fundamentele natuurkunde, met name de natuurkunde van licht. Uiteindelijk ben ik daarom natuurkunde gaan studeren in Leiden. Mijn studie natuurkunde in Leiden vond ik leuk en verliep voorspoedig. Ik ben na mijn studie een promotieonderzoek (zie hdl.handle.net/1887/3391) gaan doen in het Huygens Laboratorium in de vakgroep Quantumoptica (tegenwoordig Quantum Optics and Quantum Information).

Wat gebeurde daarna?

Na mijn promotie had ik niet de ambitie om verder te gaan in het onderzoek, maar ik wist ook niet zo goed wat ik dan wel wilde. Tijdens het zoeken naar een baan ontdekte ik dat er regelmatig vacatures waren voor klinisch fysici in opleiding. Toen ik me er in ging verdiepen, bleek dat het werk van een klinisch fysicus zeer afwisselend is. Enerzijds ben je heel concreet bezig en wordt je werk direct toegepast in de kliniek, maar als klinisch fysicus in een academisch ziekenhuis doe je ook veel onderzoek. Hierbij werk je samen met collega’s met allerlei achtergronden, zoals artsen, laboranten en technici. Al met al leek me dat wel iets voor mij. En tot mijn verrassing was het geen enkel probleem dat ik voordat ik aan deze baan begon geen enkele ervaring of affiniteit met de medische sector had.

Op welke wijze komt natuurkunde nog terug in je werk?

De opleiding tot klinisch fysicus duurt vier jaar en heeft vijf richtingen: radiotherapie, radiologie, nucleaire geneeskunde, algemene klinische fysica en audiologie (zie de website van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica ). Tijdens je opleiding volg je cursussen, werk je aan verschillende projecten in de kliniek en doe je onderzoek. Je hebt veel vrijheid om je interesses te volgen, wat me goed bevalt.
Kort gezegd komt het werk van de klinisch fysicus radiotherapie op het volgende neer: de arts schrijft voor wat de stralingsdosis is die een tumor moet krijgen en de fysicus zorgt er vervolgens voor dat de tumor precies díe juiste dosis krijgt, waarbij de omliggende organen zoveel mogelijk worden ontzien. In mijn huidige werk is de natuurkunde niet zo moeilijk, maar in tegenstelling tot de situatie tijdens mijn promotieonderzoek moet ik nu ook met allerlei niet-fysische factoren rekening houden . Zo kun je vanuit een fysisch oogpunt een optimale manier verzinnen om een patiënt te bestralen, maar als dat tot gevolg heeft dat de behandeltijd per patiënt aanzienlijk toeneemt, dan vindt je idee geen doorgang. Vaak zijn praktische en snelle oplossingen de beste, wat ik niet gewend was. In mijn huidige werk voel ik me eigenlijk meer natuurkundige dan tijdens mijn promotieonderzoek, omdat er in mijn werkomgeving veel niet-natuurkundigen werken en ik aangesproken word op mijn expertise als fysicus.

Jorrit bij een lineaire versneller.

Wat moet de lezer nog weten over je werk?

Er is eigenlijk nog veel onbekend over het biologische effect van bestralingen, wat in schril contrast staat tot de nauwkeurigheid waarmee een patiënt bestraald kan worden. Dit betekent niet dat de grote inspanningen die klinisch fysici doen om nog nauwkeuriger te bestralen zinloos zijn. Die steeds grotere precisie zorgt dat je effectiever en gerichter kan bestralen, zodat de kans toeneemt dat de tumor niet terugkeert. Dat de dosis zo nauwkeurig berekend kan worden, is tevens belangrijk voor klinische studies naar het effect van een bepaalde behandeling, omdat alleen dan de behandelingen in verschillende radiotherapie-afdelingen met elkaar vergeleken kunnen worden. Een afdeling radiotherapie is niet de meest vrolijke afdeling van een ziekenhuis. De helft van de patiënten wordt niet meer beter en komt voor palliatieve bestraling. Af en toe is dat best confronterend, maar je werk draagt wel direct bij aan de verbetering van de behandeling van de patiënten.

Artikel ontleend aan de 'loopbaan' reeks uit het Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde.