Historisch perspectief
Galileï had een conflict met de kerk, omdat hij er van overtuigd was dat de zon, en dus niet de aarde, het middelpunt van het heelal was. Zijn ideeën werkte hij uit in zijn boek 'de dialogen' waarin hij drie karakters introduceert: Salviati, Sagredo en Simplicio. Simplicio vertegenwoordigt de opvattingen van Aristoteles, Salviati vertegenwoordigt de visie van Galileï. Met Sagredo als een soort gespreksleider voeren de drie discussie over allerlei zaken. Het moge duidelijk zijn dat in deze discussies Salviati telkens aan het langste eind trekt. Dit viel niet in goede aarde bij de kerk.
Meer weten?
Het spel 'De val van Galileï' is in Belgie ontwikkeld aan de Artevelde Hogeschool in Gent. Op deze website vind je nog veel meer algemene informatie over dit project.
Opzet van het spel
In deze ronde krijgen de verschillende teams elk een scene uit ´de dialogen´ toebedeeld. Het team verdeelt zich en speelt de rol van Simplicio of van Salviatie. Met argumenten zoekt elk van de partijen steun voor het wereldbeeld dat zij aanhangen. Simplicio is aanhanger van Aristoteles en daarmee vertegenwoordigt hij het geocentrische wereldbeeld. Salviati vertegenwoordigt het heliocentrische wereldbeeld, de visie van Copernicus en Galileï. Door het over en weer uitspelen van de argumenten leven de leerlingen zich in een van de twee visies in. Het team brengt in een klein toneelstukje de twee visies naar voren. Hierbij worden ze beoordeeld op het correct gebruik van de wetenschappelijke argumenten en op de speltechnische kwaliteiten (´amusementswaarde´).
De drie kwesties
Galileo Galileï stond met zijn heliocentrische visie lijnrecht tegenover de, door de kerk gesteunde, geocentrische visie. Met zijn telescoop had Galileï waargenomen dat het bovenmaanse helemaal niet zo perfect is als volgens Aristoteles´ opvattingen. Voor de waarnemingen die in zijn tijd bekend waren kon Galileï geen sluitende verklaring vinden bij het wereldbeeld van Aristoteles. In deze spelronde worden daar drie verschijnselen uit naar voren gehaald.
Kraters op de maan
Door zijn telescoop zag Galileï dat er op de maan allerlei vlekken zaten. Hij nam hierbij aan dat het om schaduwen ging die door kraters veroorzaakt werden. Dit was in tegenstrijd met de heersende opvatting dat de maan een perfect ronde, gladde bol was.
Het asgrauwe schijnsel van de maan
Wanneer je naar de halve maan kijkt, zie je een sterk lichtgevende sikkel. Je ziet echter ook de rest van de maan, als een heel flauw lichtgevende bol. Volgens Aristoteles was dit zo, omdat de maan zelf ook een beetje licht gaf. Volgens Galileï kwam dit door tweemaal weerkaatst licht. Een deel van het zonlicht dat de aarde weerkaatste kwam op de maan terecht en zo kun je altijd de hele maan zien.
Het optreden van zonnevlekken
Volgens Aristoteles was de zon een perfect ronde, gladde bol. Galielei had echter zonnevlekken waargenomen: verstoringen aan het oppervlakte van de zon! De aanhangers van Aristoteles deden dit af als wolken of sterren die tussen de aarde en de zon instaan en dus het door een telescoop waargenomen beeld vertroebelden. Galileï nam echter waar dat de zonevlekken dichter naar elkaar toekropen wanneer ze naar de rand van de zon verplaatsten. Hieruit concludeerde hij dat het vlekken waren die echt op het oppervklakte van een draaiende zon moesten zitten.
Hoe werkt een solarscoop?
Een solarscoop is een positieve lens met een brandpuntafstand die precies even groot is als de afmeting van de doos. Hierdoor maakt de solarscoop een scherp beeld van de zon op de achterkant van de doos. Op deze plek zit een holle spiegel die het zonbeeld weerkaatst. Zo ontstaat er een scherp, vergroot beeld van de zon op de binnenkant van de doos.
Het richten van de solarscoop. Links de buis waarin de lens zit. Rechts in de doos zit een holle spiegel die het scherpe beeld van de zon projecteert op de binnenwand van de doos.
Invulling door de leerlingen
In deze ronde komen creativiteit en inlevingsvermogen samen. De leerlingen krijgen een script van de scène waarin de inhoudelijke argumenten van Simplicio en Salviati genoemd worden. In de scène waarin ze deze argumenten tegen elkaar uitspelen, maken ze gebruik van eenvoudige middelen om hun argumenten kracht bij te zetten. Denk hierbij aan een zaklampje, een spiegeltje of een voetbal. Door het oefenen en spelen van de scène verdiepen de leerlingen zich met de natuurkundige achtergrond.
Met behulp van een voetbal legt het team Salviati het verschijnsel zonnevlekken uit aan het (op de foto zeer afwachtende) team Simplicio.