EM-velden Bijlage D Regels

Onderwerp: Elektrisch veld en magnetisch veld

Regels: bijlage D bij NiNa-module elektromagnetisme

Stroom als vector

Stroom heeft een grootte èn een richting: het stroomt een bepaalde kant op. Daardoor kunnen we stroom als vector zien. Maar let op! Elektronen (en andere negatief geladen deeltjes) bewegen tegen de richting van de stroom in. Een elektron dat naar links beweegt, kun je dus zien als een stroom die naar rechts beweegt!

De richting van de Lorentzkracht e.d.

De richtingen van F, B en I verlopen volgens een vast patroon. Hiervoor zijn enkele ezelsbruggetjes om de richtingen te onthouden.

Magneetveld om een stroomdraad: als de duim van je rechterhand in de richting van de stroom wijst, krult het magneetveld zich in de richting van je vingers om de draad heen (figuur D.1).

Figuur D.1 Magneetveld om een stroomdraad

Noordpool van een elektromagneet: als je de vingers van je rechterhand in de richting van de stroom om de spoel krult, wijst je duim naar de noordpool (figuur D.2).

Figuur D.2 De noordpool van een magneet

Lorentzkracht: neem je rechterhand als in figuur D.3. Je duim wijst in de richting van I, je wijsvinger in de richting van B en je middelvinger in de richting van F.

Figuur D.3 Rechterhandregel voor de Lorentzkracht

Tekenconventie

Vaak tekenen we een 2D-aanzicht van een 3D-situatie. In deze module geven kruisjes aan dat de grootheid (stroom, magnetisch veld, ...) het papier in wijst; rondjes geven aan dat de grootheid het papier uit wijst (figuur D.4).

Figuur D.4 Tekenconventies, papier in en uit