Ilse
stelde deze vraag op
19 januari 2017 om 16:28.
Hallo iedereen,
Ik heb een vraag. Wat betekent recht evenredig en omgekeerd evenredig? In mijn boek staat namelijk: De stroomsterkte door een draad is recht evenredig met de spanning van de draad en omgekeerd evenredig met de weerstand.
Alvast bedankt!
Reacties
Theo de Klerk
op
19 januari 2017 om 16:44
Rechtevenredig betekent dat x en y als variabelen met eenzelfde factor steeds veranderen: bijv y = 5x . Voor elke waarde van x verandert de waarde van y vijfmaal zo veel. Je kunt ook zeggen dat y/x altijd een breuk met dezelfde waarde geeft (in voorbeeld: y/x = 5). Die waarde wordt ook wel de evenredigheidsfactor genoemd (of, als grafiek, de richtingscoefficient).
Omgekeerd evenredig betekent dat de factor waarmee het ene getal groter wordt, het andere kleiner moet worden. Maar het product van die twee getallen is steeds hetzelfde: x.y = constant. Bijv. als x = 5 en y = 6 is de constante 5x6=30 Als x = 3 dan weet je wat y moet zijn, want x.y = 30. Dus is y = 10 x.y = constant betekent feitelijk dat y = constante/x y is dan recht-evenredig met 1/x
dus: rechtevenredig: y = constante . x omgekeerd evenredig: y = constante . 1/x
Dus als je boek zegt dat de stroomsterkte rechtevenredig is met de spanning dan geldt blijkbaar stroomsterkte = constante1 . spanning
En evenzo: stroomsterkte = constante2 . 1/weerstand
Dat kun je ook schrijven als stroomsterkte = constante3 . spanning/weerstand
(constante1, constante2 en constante3 zijn wel constant, maar hebben elk een andere waarde).
En door nu de meeteenheden van stroomsterkte (ampere), spanning (volt) en weerstand (ohm) handig te kiezen kun je die constante3 ook gelijk aan 1 laten zijn en verder niet noemen (een factor 1 wordt nooit geschreven). Dan staat er:
stroomsterkte (in A) = spanning (in V) / weerstand (in Ω) I = U/R
Dat is een andere manier om de bekende Wet van Ohm te schrijven: U = I.R (spanning is rechtevenredig met I als de weerstand vast gekozen wordt en is rechtevenredig met R als er een vaste stroom loopt)
Jan van de Velde
op
19 januari 2017 om 18:05
dag Ilse,
Of ietsje korter :)
rechtevenredig: als de ene 3 x zo groot wordt, wordt de andere ook 3 x zo groot.
omgekeerd evenredig: als de ene 3 x zo groot wordt, wordt de andere 3 x zo klein.