Dubbele regenboog bij Kinderdijk
Een prachtige foto stond er op 29 maart in de krant. Een voltreffer van fotograaf Rick Bekker.
Zoek in je leerboek of op internet op hoe een regenboog ontstaat en beantwoord de volgende vragen.
a) Waar staat de zon als je een regenboog voor je ziet?
b) Wat voor soort weer moet het zijn voor een regenboog?
c) Hoe ontstaan de kleuren van de regenboog?
d) Welke kleur zie je aan de buitenkant van de heldere, kleinere boog?
e) En aan de binnenkant van die regenboog?
f) En hoe is de kleurenvolgorde bij de tweede, onduidelijke regenboog?
g) Waarom is die tweede regenboog zoveel onduidelijker?
h) Waarom is de regenboog altijd een deel van een cirkel?
i) Wat valt je nog meer op aan de foto van de regenbogen?
Ten slotte: misschien ken je het fabeltje, dat er op de plaats waar de regenboog aan de grond komt een pot goud begraven ligt.
k) Waarom kun je die bewering nooit controleren?
Uitwerking vraag (a)
Achter je.
Uitwerking vraag (b)
Buiig, maar de zon moet wel door een gat in de wolken schijnen of de zon moet laag staan en onder de wolken door schijnen.
Uitwerking vraag (c)
Door breking van het licht als het waterdruppeltjes binnenvalt, gevolgd door terugkaatsing tegen de achterkant van de druppel en dan nog een keer breking. De brekingsindex is niet voor iedere kleur in het zonlicht gelijk en daardoor splitst het zonlicht zich op in alle kleuren van de regenboog. Zie de figuur.
Uitwerking vraag (d)
Rood
Uitwerking vraag (e)
Blauw
Uitwerking vraag (f)
Omgekeerd
Uitwerking vraag (g)
Het licht moet dan twee keer in een regendruppeltje terugkaatsen en bij iedere weerkaatsing in die druppel wordt de lichtsterkte minder. Geen totale terugkaatsing. Zie de figuur.
Uitwerking vraag (h)
Alleen het licht uit de waterdruppeltjes die onder een zelfde vaste hoek tussen de waarnemer en de zon staan bereikt na breking ons oog.
Uitwerking vraag (i)
Bijvoorbeeld: tussen de twee bogen is de lucht donkerder (dit noemt men de donkere band van Alexander). En misschien is je nog meer opgevallen, zoals: het regent niet, de voorste twee molens lijken in de zon te staan.
Uitwerking vraag (j)
Als je naar de regenboog toe gaat, beweegt de regenboog mee. De regenboog blijf je steeds onder dezelfde hoek zien. Je kunt er dus nooit dichterbij komen. Je zou het uit kunnen proberen als je samen met een vriend(in) een regenboog ziet: een van jullie moet dan op aanwijzingen van de ander naar de regenboog toe gaan en kijken wat daar is.